Ook: precaire klasse.
De groeiende maatschappelijke laag van mensen met tijdelijke, vaak slecht betaalde banen, weinig sociale zekerheid en nog minder politieke invloed. Hierdoor is deze groep ook vatbaar voor populisme en extremisme.
Deze groep leidt een ongewis bestaan, heeft weinig bestaanszekerheid. Vandaar de benaming, die een samentrekking is van 'precarious' (precair) en het achtervoegsel van 'proleteriat' (proletariaat).
Het begrip is in 2012 gemunt door de Engelse hoogleraar Guy Standing.
Voorbeeld
'Het proletariaat van toen, de massa van rechteloze arbeiders, heeft een moderne pendant in het ‘precariaat', werkende mensen voor wie veel bestaanszekerheden zijn weggevallen. .....Werknemers zijn onzeker geworden, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In veel westerse landen maken zij al een kwart eeuw een relatieve stagnatie van hun inkomen door. De inkomens- en vermogensverschillen lopen in veel gevallen op. En de sociale mobiliteit stokt. De weerstand tegen globalisering en vrijhandel neemt intussen toe, vooral onder leiding van de Verenigde Staten waar president Trump zijn verkiezingsoverwinning voor een belangrijk deel te danken heeft aan het Amerikaanse ‘precariaat’.'
Bron: NRC - 05-07-2019.
Engels: precariat.
Zie ook: proletariaat, werkende armen, arbeidersklasse, race to the bottom, sociale dumping, verdrukte midden, keurslijfeconomie, kansarmoede, loonkloof, inkomensongelijkheid, One Percent, koopkracht, flexibilisering van de arbeidsmarkt, flexisme, uitzenduren, uitzendkracht, zelfstandige zonder personeel, flexwerker, dagloner, microjob, gig worker, gig economy, stapelbaan, flexibele schil, klusjeseconomie, cloudwerker, human cloud, hire and fire, McJobs, lean and mean, flexisme, schnabbel, just about managing, armoedegrens, basisbehoeftenniveau, sociaal minimum, lage-inkomensgrens, bijstandsniveau, sociale uitsluiting, financiële uitsluiting, somewheres, populisme. Vergelijk: somewheres, the haves and the have nots.
Tip anderen
|