Ook: freerider.
Persoon of instelling die profiteert van de inspanningen (in tijd en geld) van anderen, zonder mee te delen in de kosten of die probeert de eigen inspanningen en kosten in relatie tot de opbrengsten te minimaliseren (meeliften, voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten). Wel de lusten, niet de lasten. Het gedrag van deze personen of instellingen wordt ook wel freerider-gedrag genoemd. Anders gezegd: een persoon of instelling met parasitair gedrag, een profiteur.
Bijvoorbeeld:
- beleggers die zich niet aansluiten bij een gezamenlijke actie (massaclaim) voor schadevergoeding: zij maken geen kosten maar profiteren wel van een gunstige afloop.
- personen die geen premie betalen voor een ziektekostenverzekering, maar bij ziekte of ongeval wel medische zorg ontvangen. De kosten daarvan worden door de premiebetalers opgebracht.
- '“Uiteindelijk is het accent van het liberalisme te veel op die negatieve vrijheid komen te liggen. Daarmee krijg je een moraal van vrijheid als pure zelfbeschikking, van vrijheid die begrepen wordt als: doen waar je zin in hebt. Elke vorm van gezag is uitgehold en dus zitten we nu met allerlei free riders opgescheept, mensen die gefixeerd zijn op hun botte, willekeurige verlangens en die autonomie verwarren met onafhankelijkheid. Zonder dat ze het doorhebben helpen ze hun eigen vrijheid om zeep, want ze worden slaaf van hun grillen en erkennen geen enkele verantwoordelijkheid.”
Bron: Trouw, interview met filosoof Joep Dohmen - 21-11-2022.
Zie ook: free riding, vrijbuitersprobleem.
Tip anderen
|