Afkorting: zzp.
Ook: zzp'er, freelancer; éénpitter.
Ironisch: zelfstandige zonder pensioen.
Nederland: een zzp’ers (opdrachtnemer) is een zelfstandige die met een opdrachtgever (bedrijf) een overeenkomst van opdracht sluit voor het verlenen van diensten of het vervullen van een bepaalde opdracht (project). Een zzp’er wordt net als een gedetacheerde medewerker met name ingezet voor een langere periode, echter met de uitdrukkelijke bedoeling geen arbeidsovereenkomst aan te gaan.
De zzp'er verricht de overeengekomen werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder toezicht of leiding van opdrachtgever. Er is geen sprake van inhouding loonheffing en premies werknemersverzekeringen. Er wordt geen loon betaald, maar er vindt facturatie plaats (meestal maandelijks).
De zzp'ers kunnen gebruik maken van bepaalde belastingvoordelen, zoals de zelfstandigenaftrek en startersaftrek.
In 2003 telde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nog zo’n 640.000 zzp’ers, in 2019 zijn het er al ruim 1,1 miljoen: 1 op de 8 werkenden.
Deze groep groeit nog steeds. Die groei wordt door velen met zorg gadegeslagen. De zzp'ers betalen niet mee aan de sociale verzekeringen; ze kunnen er overigens ook niet op terugvallen als ze bijvoorbeeld langdurig ziek worden, of hun werk kwijtraken. Ook zijn er zorgen over het veelal ontbreken van pensioenvoorzieningen.
Daarnaast zijn er nog de ‘schijnzelfstandigen’. Zij werken als zzp’er, maar moeten volgens de wet een arbeidscontract krijgen, omdat ze bijvoorbeeld langdurig voor één baas werken en niet vrij zijn om te bepalen waar, wanneer en hoe ze hun werk doen.
Nieuwe wetgeving is in voorbereiding.
Zie ook: flexwerker, flexibele schil, arbeidsmarkt, lean and mean, zelfstandige, deeltijdbaan, uitzenden, éénpitter, dagloner, microjob, cloudwerker, human cloud, werkende armen, hire and fire, gig economy, gig worker, digitale nomade, multinational zonder personeel. Vergelijk: detacheren.
Tip anderen
|