- Ook: uurloner.
Werknemer met een flexibele 'arbeidsovereenkomst' zoals bijvoorbeeld een uitzendkracht, freelancer of seizoensarbeider.
Er is overigens meestal geen sprake van een arbeidsovereenkomst (de flexwerker is niet in loondienst), maar van een een uitzendovereenkomst of een overeenkomst van opdracht.
Voorbeeld
- 'Vaarwel flexwerker, hallo uurloner! - .....Het is ......vreemd dat ook de vakbonden het eufemistische voorvoegsel ‘flex-’ hebben omarmd. ‘Dagloner’ komt veel beter in de buurt, maar dat impliceert dat er tenminste een dag lang garantie op werk is. ‘Stukloner’ is daarentegen misschien weer te atomair: wegwezen na 150 gesjouwde cementzakken. Misschien is ‘uurloner’ wel de beste term: niet te grof, niet te fijn, en het geeft de positie van de werker best goed weer.'
Bron: NRC, column Maarten Schinkel - 22-02-2018.
- 'Tussen april en juni daalde het aantal werknemers met een flexibel contract met ruim honderdduizend. In totaal waren er eind juni nog 1,7 miljoen flexwerkers. Dat zijn er 272.000 minder dan een jaar eerder, blijkt uit cijfers van het CBS. "De cijfers van CBS bevestigen wat de FNV ook al bijna een half jaar aangeeft: flexibele krachten zijn de eerste slachtoffers van de economische teruggang die sinds half maart is ingezet, ondanks de steunmaatregelen die ook voor hen zijn bedoeld", zegt Tuur Elzinga, vicevoorzitter van vakbond FNV.'
Bron: NOS.nl - 14-08-2020.
- Ook: iemand (meestal wel met een vaste baan) met flexibele werktijden.
Zie ook: arbeid, arbeidsovereenkomst, uurloon, uurtje-factuurtje, flexibele baan, flexibele schil, flexcontract, flexicurity, nulurencontract, deeltijdbaan, uitzenden, zelfstandige zonder personeel, multinational zonder personeel, éénpitter, lean and mean, uitbesteding, wegwerparbeid, flexplek, het nieuwe werken. Vergelijk: dagloner.
Tip anderen
|