- (Sociale) wetenschap die de productie en verdeling van schaarse goederen en diensten in een regio, land of werelddeel bestudeert. Meer in het bijzonder wordt onderzocht hoe deze geoptimaliseerd kunnen worden en wordt bestudeerd hoe de mens met schaarse, alternatief aanwendbare middelen omgaat bij het bevredigen van zijn behoeften.
De term economie komt uit het Grieks en betekent: huishoudkunde.
- Ook: volkshuishouding. Het economisch systeem, de economische organisatievorm (in een land, streek of stad bijvoorbeeld). Het type economisch systeem in een land bepaalt de wijze waarop de economische activiteiten worden georganiseerd: wat en hoe moet er worden geproduceerd en hoe wordt het inkomen verdeeld. Onderscheiden worden:
Zie ook: econoom, econometrie, volkshuishouding, bedrijfseconomie, gedragseconomie, econofysica, macro-economie, meso-economie, micro-economie, reële economie, financiële economie, markteconomie, vrijemarkteconomie, sociale markteconomie, centraal geleide economie, groene economie, gemengde economie, kenniseconomie, nieuwe economie, oude economie, next economy, informele economie, zwarte economie, plutonomie, zilveren economie, senioreneconomie, open economie, gesloten economie, circulaire economie, conjunctuur, fundamentals, economische groei, bubble-economie, oververhitting (van de economie), conjunctuur, welvaart, welzijn, vraagzijde van de economie, aanbodzijde van de economie, stimuleren van de economie, Nobelprijs voor economie, Wirtschaftswunder.
Tip anderen
|