Een vrijemarkteconomie (vrije markt) is een economie waar in de inzet van productiemiddelen (voor het produceren en leveren van producten en diensten) geheel wordt bepaald door vraag en aanbod (de markt) en particulier initiatief, zonder economische interventie (bijvoorbeeld subsidies), overheidoverheidsrestricties en dwang. Deelnemers in de markt streven hun eigen belangen na.
Het is voornamelijk een theoretisch, geïdealiseerd concept, want geheel vrije markten bestaan eigenlijk niet; zelfs in kapitalistische systemen bestaan er regels en restricties met betrekking tot het functioneren van een markt en bemoeit de overheid zich ermee.
Voorbeeld
'Een klassieke vraag is of de overheid een actieve rol moet spelen in een vrijemarkteconomie, in de vorm van investeringen, subsidies, en/of stimuleringsfondsen. Stimuleren en steunen in plaats van belastingen, heffingen en normeringen. Iedereen is dat van zins, maar op verschillende manieren en in verschillende sectoren.'
Bron: ESB.nu - 07-11-2023.
Engels: free market economy.
Zie ook: economie, marktwerking, vraag, aanbod, markteconomie, marktmechanisme, onzichtbare hand, laissez faire, laissez passer, potloodeconomie, kapitalisme, marktkapitalisme, marktisme, casinokapitalisme, vrije mededinging, marktmeester, marktmisbruik, schoktherapie, vrijemarktdenker, klassieke economen, Chicago School of Economics, Friedman, Milton, thatcherisme, schoktherapie, growthism, libertarisme. Vergelijk: centraal geleide economie, rode kapitalisme, plan-kapitalisme, socialistische markteconomie, staatskapitalisme, gemengde economie, sociale markteconomie, gestuurde economie.
Tip anderen
|