dfbonline
 
Home | Begrippen A-Z | Begrip van de Dag | Thema's | Contact
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z #
Trefwoord: 

Begrip van de Dag
Volg ons op Twitter
Abonneer u op de Begrip van de Dag feed (gratis)
Bitcoin
Afgekort: BTC. Een vorm van digitaal geld, virtueel geld. ... >>
 Vandaag 21-11-2024
21973 begrippen & definities
 Trending begrippen
1 gebakken lucht
2 Institut für Wirtschafts...
3 Informations- und Forsch...
4 Dogs of the Dow
5 handelend onder de naam
 Thema's
 Recent verbeterd
21-11sociale verzekeringswe...
21-11checks and balances
21-11geo-economische fragme...
21-11schijnzelfstandigheid
21-11schatkistbankieren
21-11sociale fondsen
21-11Invest International
21-11Netherlands Foreign In...
21-11Invest-NL
21-11verhuurderheffing
 Suggesties
Mist u een begrip? Suggesties?
Stuur ons dan een e-mail.
 Meest opgevraagde begrippen
1Dogs of the Dow
2ouwe jongens krentenbroo...
3onder embargo
4debt service coverage ra...
5out-of-pocket kosten
6reconciliatie
7excasso
8arm's length-beginsel
9negatief eigen vermogen
10penny wise, pound foolis...
Uw steun is hard nodig... Doneer nu

conjunctuur


De op- en neergaande beweging van de economie binnen een periode van vijf tot tien jaar.
Het gaat om versnellingen en vertragingen in het groeitempo van het nationaal inkomen door veranderingen in de bestedingen (effectieve vraag).

Deze regelmatige fluctuaties (cyclische veranderingen) in de economie komen tot uiting in een reeks factoren, zoals de productie en bezettingsgraad, de werkgelegenheid, prijzen, rentevoeten en het verloop van financiële markten.

De vraag naar de producten van een onderneming bepaalt op korte termijn de productieomvang van dat bedrijf. Een toenemende vraag zal, afgezien van voorraadveranderingen, ertoe leiden dat op korte termijn de bezettingsgraad toeneemt, dat wil zeggen dat de productiecapaciteit beter wordt benut.
De productieomvang van een land als geheel wordt door de totale effectieve vraag bepaald. De bestedingen bepalen daarom de groei van het nationaal inkomen.

Een onderscheid wordt gemaakt tussen hoogconjunctuur en laagconjunctuur.
Bij een hoogconjunctuur is de groei van de vraag sterker dan de groei van de productiecapaciteit. De productiecapaciteit draait steeds meer op volle toeren en de conjunctureel werklozen worden in dienst genomen. De vraag kan zo sterk toenemen dat de productiecapaciteit tekort dreigt te schieten. Van een periode van onderbesteding geraakt de economie in een situatie van overbesteding. De prijzen zullen bij een gebrek aan productiecapaciteit oplopen, en na verloop van tijd neemt de vraag weer af: er breekt weer een periode van laagconjunctuur aan, waarbij de productiecapaciteit groter is (sterker groeit) dan de (groei van de) vraag.

Het meten en trachten te voorspellen van de conjunctuur gebeurt met behulp van allerlei conjunctuurindicatoren.

Engels: economic climate, economic cycle.


Zie ook: conjunctuurcyclus, laagconjunctuur, hoogconjunctuur, stagnatie, depressie, recessie, groeirecessie, balansrecessie, economische groei, krimp van de economie, consumentenvertrouwen, bezettingsgraad, mid-cycle slowdown, indicator, werkgelegenheid, conjuncturele werkloosheid, voorlopende conjunctuurindicator, leading indicator, lagging indicator, cyclisch aandeel, Kondratieff. Vergelijk: financiële conjunctuur.



Mail dit begrip Tip anderen





 Voorgaand begrip:
Alle begrippen
Letter C.
Volgend begrip:
 

Home | Doneer | Voeg begrippenlijst toe aan eigen site | Suggesties | Licenties
Over dfbonline.nl | Voorwaarden | Privacybeleid | Colofon | Sitemap | Contact
compleet