De vraagzijde van de economie bestaat uit de bestedingen van consumenten (consumptie), producenten (investering), de overheid (overheidsbestedingen) en uit bestedingen door het buitenland (als gevolg van export).
Voorbeeld
'De COVID-19 pandemie heeft een significante negatieve impact op de Nederlandse economie vanwege zowel beperkingen aan de productiekant (aanbodzijde) als achterblijvende bestedingen (vraagzijde). ......aan de vraagkant, gaan huishoudens minder vaak de deur uit, bijvoorbeeld vanwege contact-beperkende maatregelen of de angst om besmet te raken, waardoor de consumptie afneemt. Een toename in de werkloosheid en een daling in het inkomen kunnen deze vraageffecten verder vergroten.'
Bron: DNBulletin - 05-11-2020.
Zie ook: vraag, vraagcurve, consumptie, vraaguitval, vraagschok, inhaalvraag, conjunctuur. Vergelijk: aanbodzijde van de economie, aanbodschok.
Tip anderen
|