Ook: casino-kapitalisme.
Grote, ongebreidelde mondiale kapitaalstromen die (flitskapitaal dat) voortdurend onderweg zijn (is) naar plekken waar het hoogst mogelijke rendement te behalen valt, zonder rekening te houden met de negatieve neveneffecten voor de samenleving. Als gevolg hiervan kunnen markten zeer beweeglijk en instabiel worden, en leiden tot een economische crisis.
Alles staat hierbij ten dienste van efficiëntie en winst, er is weinig tot geen aandacht voor het algemeen belang en dat van mensen in de samenleving. Begrippen als rechtvaardigheid, solidariteit, gelijkheid, waardigheid, ontwikkeling en respect voor mens en milieu komen in het woordenboek van het casinokapitalisme niet voor.
Deze vorm van kapitalisme staat in schril contract met bijvoorbeeld de sociale markteconomie en duurzaam ondernemen.
Voorbeeld
'Onalledaagse termen en argumenten vliegen donderdag door de Ondernemingskamer: van 'casinokapitalisme' en 'consigliere' tot 'mijn grootmoeders wens' en 'maffiabegrippen'. Maar het gaat dan ook om een onalledaagse rechtszaak, die de ene helft van miljardairsfamilie Pesenti heeft aangespannen tegen de andere helft. Reden dat de zaak in Amsterdam speelt: een Nederlandse bv die de stemrechten en het kapitaal van de Pesenti's beheert.'
Bron: FD Bites - 21-07-2017.
Zie ook: casino, aandeelhouderskapitalisme, winner-takes-all markt, flitskapitaal, zwerfkapitaal, markteconomie, vrijemarkteconomie, financialisering, financieel gedreven economie, zoektocht naar rendement. Vergelijk: kapitalisme, inclusief kapitalisme, volkskapitalisme, aandeelhouderskapitalisme, plan-kapitalisme, balanseconomie, duurzaam ondernemen, steward ownership.
Tip anderen
|