De term sticker shock duidt op de verbazing en ontsteltenis die optreedt wanneer men ziet of te horen krijgt dat een product onverwacht duur is.
Voorbeeld
- 'We hebben een gevoel over hoe het met de economie gaat. En dan is er de statistische werkelijkheid. Het verschil tussen die twee is een puzzel die vaak tot discussies leidt. Deze week nog. Het vertrouwen van Nederlanders in hun financiële situatie is matig, terwijl velen van hen volgens de hoofdeconoom van het CBS aardig wat spaargeld hebben. En de lonen en de koopkracht voor velen stegen. „Ze hebben het geld wel, maar het voelt blijkbaar niet zo”, zei Peter Hein van Mulligen in Het Financieele Dagblad. Dat kan komen door de zogeheten sticker shock: steeds weer schrikken van de prijzen in de supermarkt. De Amerikanen leken daar voor de presidentsverkiezingen ook last van te hebben. De hoge prijzen gaven mensen steeds het gevoel armer te zijn geworden, al waren de lonen inmiddels óók gestegen en was de koopkracht dus grotendeels hersteld. Een grote groep Amerikanen voelde zich desondanks slechter af dan vijf jaar eerder.'
Bron: NRC, column Marike Stellinga - 10-01-2025.
- 'Na de pandemie is nog wat geks aan de hand. De stemming onder Amerikanen is totaal ontkoppeld van de data die economen gebruiken om te zien hoe het gaat met de economie, blijkt uit ander onderzoek van de twee Stanford-economen. Amerikaanse consumenten zouden de afgelopen veertig jaar veel positiever zijn geweest over een economie als de huidige dan ze nu zijn. Een mysterie. Ze gaan allerlei mogelijke verklaringen af: jonge Amerikanen zijn minder optimistisch, er zijn meer oude Amerikanen en die zijn altijd al negatiever, de media berichten steeds negatiever over de economie in de afgelopen 25 jaar, er is meer desinformatie, meer polarisatie. Het kan allemaal een rol spelen, maar de sticker shock staat nu pas op het punt van verdwijnen, concluderen de economen ook. Dertig jaar stabiele prijzen en plots spuiten ze omhoog, – het is een niet te onderschatten aardbeving.'
Bron: NRC, column Marike Stellinga - 08-11-2024.
Zie ook: gedragseconomie, prijs, prijskaartje, angst, schok, prijs-kwaliteitverhouding, psychologische grens, koopkracht, bestaanszekerheid, inflatie, gevoelsinflatie, rondkomen, geldstress, krap bij kas zitten, eindjes aan elkaar knopen, elk dubbeltje moeten omdraaien.
Tip anderen
|