schok |
| Een onverwachte of ongewone en tevens ingrijpende gebeurtenis met grote invloed op de economie of het financieel systeem.
Enkele voorbeelden:
Engels: shock, whammy.
Zie ook: crisis, event-risico, endogeen, exogeen, vraagschok, aanbodschok, olieschok, discontinue koersbeweging, koerssprong, trendbreuk, krach, flitskrach, asymmetrische schok, idiosyncratische schok, idiosyncratisch risico, black swan, econoshock, perfecte storm, tail events, meltdown, whammy, Kladderadatsch, shock and awe, shake-up, systeemrisico, kapitaalvlucht, vluchtkapitaal, financiële stabiliteit, schokbestendig, Aanpassingsmechanisme Financiële Schokken, Frankenshock, Bund tantrum, The Great Crash, Grote Depressie, Grote Recessie, Change Readiness Index.
Tip anderen
| |