Ook: neo-liberalisme. Soms afgekort tot: neolib.
Een rechtse politieke stroming die teruggrijpt op negentiende-eeuwse liberale beginselen en een hernieuwd geloof in de kracht van de markt als coördinatiemechanisme (zie: klassieke economen) combineert met een conservatieve kritiek op de verzorgingsstaat.
Veel neoliberale denkbeelden werden ook omarmd door grote bedrijven, zoals multinationals.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw kreeg dit gedachtengoed veel wind in de rug van politici; Margaret Thatcher en Ronald Reagan behaalden in ’79 en ’80 verkiezingsoverwinningen op basis van harde kritiek op de ‘welfare state’ (zie: welvaartsstaat) en voerden rigoureuze hervormingen door die leiden tot een versobering van de sociale voorzieningen en tot een herschikking ten behoeve van de vrije markt en ten koste van de publieke sector.
Voorbeeld
- 'Populistenstemmers zijn niet de ‘verliezers van de globalisering’, maar van hoe in het Vrije Westen werd gereageerd op de globalisering. Dat ‘onbehagen’ is de fallout van die reactie: marktwerking door deregulering, liberalisering en privatisering. Nog korter: het neoliberalisme. Zo is ‘globalisering’ in het politieke vocabulaire terechtgekomen: politici hebben het liever over een natuurverschijnsel waar zij machteloos tegenover staan dan over onvrede die zij zelf georganiseerd hebben.'
Bron: NRC, column Jan Kuitenbrouwer - 26-09-2016.
- 'De overwinning van Trump is een oorlogsverklaring aan de neoliberale orde getekend door 58 miljoen Amerikanen stelt Jaap van Duijn, econoom. Het neoliberale model liep op zijn laatste benen; er zit geen verbetering in, heeft een lage economische groei en je ziet de laatste jaren een tegenbeweging ontstaan met naar binnen gekeerde economieën, het einde van de grote groei van de wereldhandel en arbeid die zich wil terug vechten om meer invloed te krijgen. Populisten als Trump zijn economisch ouderwets links maar politiek rechts zou je kunnen zeggen.'
Bron: MeJudice nieuwsbrief - 06-12-2016.
Zie ook: klassieke economen, vrijemarktdenker, vrijemarktfundamentalisme, deregulering, laissez faire, laissez passer, liberalisering, privatiseren, marktwerking, aanbodzijde-economie, marktisme, economisme, economisering, financialisering, globalisering, Iron Lady, Reaganomics, Trumponomics, schoktherapie. Vergelijk: deglobalisering.
Tip anderen
|