Voortzetting van de gewoonte om een nieuw (economisch) beleid van een nieuwe president of internationale beleidsbepaler aan te geven: Reaganomics; Clintonomics; Obamanomics; Draghinomics; Abenomics.
In het geval van Donald Trump - die in november 2017 met kleine meerderheid en ten koste van Hillary Clinton tot president van de VS werd gekozen - is de term Trumponomics al tijdens zijn verkiezingscampagne geboren en ging het vooral om de in die campagne aangekondigde ingrijpende beleidswijzigingen ten opzichte van Obamanomics. In grote lijnen ging het daarbij om een 'nationalistische' visie met minder globalisering, immigratie, overheidsbemoeienis en belasting en meer investeringen binnen de VS, met name in infrastructuur.
Voor een deel zijn die voornemens te vergelijken met Reaganomics; het valt (december 2016) te bezien in hoeverre Trump tijdens zijn presidentschap zijn verkiezingsretoriek zal kunnen (of willen) omzetten in concrete maatregelen.
Voorbeeld
'Kan Trump een vrijemarktpresident in de traditie van Ronald Reagan worden of niet? Bij zijn ‘Trumponomics’ hoort ook een fiscaal stimuleringspakket met honderden miljarden dollars van de overheid. Veel Democraten zijn voor. Maar veel Republikeinen zijn traditioneel fel tegenstander van het op Keynesiaanse wijze aanjagen van de economie. Het roept verwarring op over de ideologische richting van Amerika. Volgens commentator Gerald Seib van de Wall Street Journal is Trump nog onmogelijk in een ideologische hoek te plaatsen. "De definities van links en rechts, liberaal en conservatief breken voor onze ogen in stukjes."'
Bron: FD - 08-12-2016.
Zie ook: deglobalisering, protectionisme, isolationisme, handelsbarrière, vraaguitval, America First, Make America Great Again, buy American, hire American, Buy American-clausule, stimuleren van de economie, voodoo economics, Trump-effect, Trumptrade, Trumpflatie, Trumpocalyps. Vergelijk: Reaganomics, Clintonomics, Obamanomics, Bidenomics, Abenomics, Draghinomics, centennationalisme.
Tip anderen
|