Ook: M3 (de M staat voor 'money supply').
Totaal van het totaal in omloop zijnde geld in een land. Het gaat dan om contant (chartaal) geld en rekeningsaldi (giraal geld).
Voor een centrale bank meestal een belangrijk gegeven in verband met de ontwikkeling van de inflatie. Hierbij was de redenering: hoe meer geld er relatief in de economie circuleert, hoe groter de kans op inflatie. En inflatie werd gezien als een groot gevaar dat beteugeld moest worden (prijsstabiliteit). De hoeveelheid geld mocht wel groeien, maar in principe niet méér dan het nominale bruto binnenlands product (bbp).
Vandaag de dag is de geldhoeveelheid veel minder dan in de jaren tachtig een belangrijke indicator. Destijds werden de zogenaamde monetaire aggregaten nauwlettend gevolgd door beleggers, omdat het Amerikaanse stelsel van centrale bank, de Fed, zich bepaalde bandbreedtes ten doel had gesteld waarbinnen de geldhoeveelheid mocht bewegen; kwam de geldhoeveelheid buiten deze 'target range', dan was dat meestal de opmaat voor een renteverhoging of renteverlaging (zie ook: rentewapen).
Voor het meten van de geldhoeveelheid wordenin de praktijk meer maatstaven gebruikt, ook wel aangeduid als monetaire aggregaten.
Engels: money supply.
Zie ook: basisgeldhoeveelheid, geldhoeveelheid in enge zin, geldhoeveelheid in ruime zin, chartaal geld, giraal geld, M0, M1, M2, M3, inflatie, inflatiedoel, prijsstabiliteit, reflatie, geldpers, bijna-geld, narrow money, geldschepping, geldvernietiging, geldquote, geldhoeveelheidsbeleid, monetaire aggregaten, monetaire grootheden, monetaire financiering, monetair beleid, monetaire expansie, kwantitatieve verruiming, QE1, QE2, opdrogen van de geldmarkt, krappe geldmarkt, verkrapping van de geldmarkt, verruiming van de geldmarkt, kwantitatieve verruiming, monetariseren, monetaristen, monetaire inflatie, gouden standaard, Reaganomics, helicopter Ben, circulatiebank, issuing bank, Monetary Developments in the Euro Area.
Tip anderen
|