Jargon voor methodes om de geldhoeveelheid te meten, aan de hand van M1, M2, en M3.
- M1 (de geldhoeveelheid in enge zin) is gedefinieerd als de chartale geldomloop plus girale deposito’s. Ook: maatschappelijke geldhoeveelheid, primaire geldhoeveelheid of primaire liquiditeitenmassa.
- M2 (de geldhoeveelheid in ruime zin) omvat M1 plus deposito’s met een vaste looptijd tot en met twee jaar of met een opzegtermijn tot en met drie maanden.
- M3 omvat M2 plus repo's, aandelen en participaties in geldmarktfondsen en schuldbewijzen met een looptijd tot en met twee jaar.
Zie ook: geldhoeveelheid, geldhoeveelheidsbeleid, maatschappelijke geldhoeveelheid, verkrapping van de geldmarkt, verruiming van de geldmarkt, accommoderend monetair beleid, monetaire financiering, kwantitatieve verruiming, geldpers, bijna-geld, narrow money, broad money.
Tip anderen
|