Ook: kwantitatieve versoepeling, gelddoping, goedkope-geldbeleid.
Dit is een meer onconventionele vorm van monetaire expansie (monetaire verruiming) waarbij een centrale bank financiële activa, zoals staatsobligaties of door hypotheek gedekte waardepapieren, rechtstreeks van de markt koopt. Dit injecteert geld in het financiële systeem.
Kwantitatieve verruiming werd in 2001 voor het eerst toegepast door de centrale bank van Japan, de Bank of Japan (BoJ).
Deze indirecte manier van verruiming is eveneens grootschalig toegepast door de Federal Reserve (Fed) en de Europese Centrale Bank (ECB) na de kredietcrisis (2008), bijvoorbeeld door het aankopen van obligaties en hypotheekleningen van mindere kwaliteit - dus met een lagere kredietbeoordeling - die in het bezit waren van commerciële banken.
In Europa 'pompte' de ECB vanaf maart 2015 (en in ieder geval tot november 2016) maandelijks € 60 miljard in de economie van de eurolanden door het opkopen van staatsobligaties tot een totaalbedrag van minimaal € 1.140 miljard (inclusief eerder gestarte aankopen van gewone obligaties). Voornaamste doel was de economie te stimuleren en daarmee ook de inflatie (in januari 2015 ongeveer 0%) weer te laten toenemen.
Ook bestreden centrale banken de gevolgen van de coronacrisis door ontzagwekkende hoeveelheden staats- en hypotheekobligaties op te kopen, wat een enorme geldinjectie tot gevolg had. Dat goedkoop geld leidde weer tot stijging van aandelenkoersen, huizenprijzen, kunst, cryptovaluta en dergelijke.
Door kwantitatieve verruiming is de balans van centrale banken na de kredietcrisis enorm 'opgeblazen'.
De term wordt ook gebruikt als eufemisme voor het (grootschalig) aanzwengelen van de geldpers, geldschepping, verruiming van de geldmarkt. De Engelse term voor 'kwantitatieve verruiming' - 'quantitative easing' (afgekort: QE) - is een typisch voorbeeld van Fedspeak, van vakjargon.
Engels: quantitative easing (afgekort: QE, QE1, QE2), monetary easing.
Zie ook: monetaire expansie, QExit, large-scale asset purchases, Public Sector Purchase Programme, Corporate Sector Purchase Programme, Asset Purchases Programme, geldhoeveelheid, geldschepping, monetaire financiering, schuldmonetarisering, accommoderend monetair beleid, geldpers, geldhoeveelheidsbeleid, injectie, verruiming van de geldmarkt, opkoopprogramma, tapering, debtflation, inflatie, vermogensinflatie, biflatie, reflatie, nucleaire optie, Federal Open Market Committee, funding for lending, QE, QE1, QE2, QE3, opkoopprogramma, easy money, Abenomics, bubblecovery, Bazookanomics. Tegenovergesteld: kwantitatieve verkrapping, restrictief monetair beleid.
Tip anderen
|