Verhouding tussen het vermogen (beschikbare middelen) van een pensioenfondsen (beleggingen ) en de aanspraken van alle deelnemers (pensioenverplichtingen ofwel pensioentoezeggingen, de 'verplichtingen', de contante waarde van het aan de deelnemers uit te keren bedrag).
Deze verhouding vormt een indicatie voor de solvabiliteitspositie van pensioenfondsen. De dekkingsgraad wordt ook wel een omschreven als de pensioenthermometer.
Bij een dekkingsgraad van 105% is er 105 euro in kas tegenover 100 euro aan pensioenverplichtingen.
Voorbeeld
- 'De pensioenfondsen moeten voldoende geld hebben om alle huidige en toekomstige pensioenuitkeringen te kunnen betalen. Dat is een dekkingsgraad van 100 procent. Om de pensioenen te verhogen, is nog eens 5 procent nodig, dus een dekkingsgraad van 105. De dekkingsgraden van de grootste fondsen zitten ruim boven dat percentage. De vijf grootste zijn het ambtenarenpensioenfonds ABP (114,5 procent), het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (112,1 procent), het Pensioenfonds Metaal en Techniek (109,3 procent), het pensioenfonds voor de bouw bpf Bouw (125,2 procent) en het pensioenfonds voor de metaal en techindustrie PME (113,2 procent). De hoge dekkingsgraad is vooral te danken aan de gestegen rente. Bij een hogere rente hoeven pensioenfondsen minder geld in kas te hebben om toch aan hun huidige en toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.'
Bron: NOS - 19-10-2023.
- 'Grote pensioenfondsen diep onder water: 77 miljard verdampt - Door de paniek op de financiële markten zijn de dekkingsgraden van vier van de vijf grootste pensioenfondsen diep weggezakt. Ze zitten rond of zelfs onder de 85 procent. Ver verwijderd van de 100 procent, waarbij een fonds genoeg geld in kas heeft om alle toekomstige pensioenbetalingen te kunnen doen......Naast de lage rente die pensioenfondsen al langer dwarszit, zijn door de coronacrisis nu ook de aandelenkoersen gedaald. Dat betekent dat de verplichtingen nog steeds alsmaar zwaarder wegen, terwijl de bezittingen nu ook nog eens minder waard zijn.'
Bron: NOS.nl - 21-04-2020.
Nederlandse Pensioenfondsen dienen zowel hun beleggingen als hun pensioentoezeggingen tegen de actuele waarde in hun boeken op te nemen.
Voor beleggingen is dit relatief eenvoudig, omdat de meeste beleggingsproducten actief worden verhandeld op financiële markten; voor veel producten is dus een marktprijs beschikbaar.
Het waarderen van pensioentoezeggingen is een complexere zaak. Hierbij speelt de rentestand een zeer belangrijke rol; hoe hoger de rente (de disconteringsvoet), hoe lager de huidige waarde (contante waarde) van de pensioentoezeggingen (en des te hoger de dekkingsgraad).
Bij langere looptijden van verplichtingen wordt de rentecurve voor de waardering van die verplichtingen regelmatig gebruik gemaakt van de zogenaamde ultimate forward rate (UFR)-methodiek (een vorm van extrapolatie van rentestanden).
Er bestaan verschillende dekkingsgraden, die elk een eigen berekening kennen en daardoor tot flinke verschillen in uitkomst kunnen leiden:
Vergelijk: premiedekkingsgraad.
Engels: funding ratio, pension funding ratio.
Zie ook: dekking, Commissie Parameters, reële dekkingsgraad, beleidsdekkingsgraad, actuele dekkingsgraad, nominale dekkingsgraad, economische dekkingsgraad, premiedekkingsgraad, dekkingstekort, pensioenfonds, pensioenpremie, pensioentoezegging, pensioenaanspraak, pensioenpijn, asset-liability management, bodemgrens, onderdekkingskans, risicobudget, shortfall, technische voorzieningen, afstempelen (van pensioenen), bijstempelen, herstelplan, herbalanceren, pensioenthermometer, waardering, waarderingsgrondslag, rekenrente, ultimate forward rate, shortfall, afstempelen (van pensioenen), pensioenpijn, pensioenarmoede, onderwaterpensioen, actuaris, Financieel Toetsingskader, Aanpassingsmechanisme Financiële Schokken, renterisico, nulrente, negatieve rente, negatieve rentevoet, coronacrisis.
Tip anderen
|