Een aanbodschok is een onverwachte gebeurtenis die het aanbod van een product, grondstof of dienst plotseling verandert, met als gevolg een onvoorziene verandering in de prijs.
Aanbodschokken kunnen negatief zijn, wat resulteert in een verminderd aanbod, of positief, wat resulteert in een verhoogd aanbod. Een snelle toe- of afname van het aanbod van een bepaald goed kan van grote invloed zijn op de evenwichtsprijs.
Vaak zijn aanbodschokken negatief. Een negatieve aanbodschok (plotselinge afname van het aanbod) zal - in de veronderstelling dat de totale vraag onveranderd blijft - de prijzen verhogen. Door een combinatie van prijsverhogingen en dalende productie kan een negatieve aanbodschok sterk stijgende inflatie veroorzaken en zelfs stagflatie veroorzaken. Een positieve aanbodschok zal de prijzen verlagen.
Een voorbeeld van een negatieve aanbodschok is de stijging van de olieprijzen tijdens de oliecrisis van 1973. Ook na de Russische inval in de Oekraïene (februari 2022) ontstond een negatieve aanbodschok in energie- en grondstoffenmarkten, onder andere door het opleggen van economische sancties door een groot aantal landen.
Een positieve aanbodschok ontstond begin 2020 door zeer scherp dalende olieprijzen (viel ook nog samen met de coronacrisis).
Voorbeeld
'Nieuwe sancties en tegenmaatregelen zijn de oorzaak dat we onze eerdere scenario’s hebben aangepast. ......Gisteren hebben de VS en het VK een embargo aangekondigd op het importeren van Russische olie. De EU wil tegen het einde van het jaar 2/3e minder Russisch gas importeren en bedrijven doen in grote mate aan self-sanctioning, terwijl sancties het toelaten kiezen veel olie- gas- en andere bedrijven er toch voor om hun banden met Rusland te verbreken. Wat resteert is dat de aanbodschok op olie en grondstoffenmarkten reeds plaatsvindt. Hierdoor zijn we opgeschoven naar een pessimistischer scenario.'
Bron: ABN-AMRO Economisch Bureau - 10-03-2022.
Engels: supply shock, supply crunch.
Zie ook: aanbodzijde van de economie, schok, productieketen, marktverstoring, aanbodoverschot, vraagoverschot, leveringszekerheid, rantsoeneren, prijsmechanisme, inflatie, stagflatie, knelpuntenrecessie, tekort-economie, coronacrisis, The Big Shortage. Vergelijk: vraagzijde van de economie, vraagschok.
Tip anderen
|