Ook: aanbodinflatie, cost-push inflatie.
Het door ondernemingen doorberekenen van gestegen kosten van productiefactoren in hun verkoopprijzen, omdat ze winst willen blijven maken (een aanvaardbare winstmarge willen behouden).
Bijvoorbeeld de verhoging van de prijs van computers als gevolg van de prijsstijging van halfgeleiders of het verhogen van de prijs van olieproducten als gevolg van een stijgende olieprijs. Of het compenseren van de prijsstijging van de loonkosten per eenheid product, als gevolg van loonkosten die per tijdseenheid sneller stijgen dan de gemiddelde arbeidsproductiviteit (zie: looninflatie).
Voorbeeld
- 'Meer dan de helft van de ondernemers (56 procent) ziet prijsstijgingen als de meest zorgelijke ontwikkeling voor hun bedrijf het komende jaar. ....Meer dan de helft van de ruim vijfduizend ondervraagde ondernemers zegt dat het amper of helemaal niet lukt om hun bedrijfskosten, die voornamelijk zijn gestegen door de duurder geworden energie en grondstoffen, over te hevelen naar klanten. 6 procent brengt de prijsstijgingen volledig in rekening bij de consument, en meer dan 40 procent doet dat grotendeels. Per sector verschilt sterk of de kosten kunnen worden doorberekend.'
Bron: NRC - 21-02-2023.
- 'De sterk stijgende energierekening hakt volgens ABN Amro in op de winsten van bedrijven. De bank verwacht dan ook dat veel ondernemers hun hogere kosten zullen doorberekenen aan klanten. Wat weer voor duurdere producten in de schappen zorgt. .......Door dreigende tekorten is gas in korte tijd gigantisch in prijs gestegen. De gemiddelde prijs voor geleverd gas steeg dit jaar al met 15 procent. Volgens economen van ABN Amro komen vooral bedrijven die veel energie verbruiken en dunne winstmarges hebben in de problemen. Bijvoorbeeld bedrijven in de glastuinbouw, zware industrie en voedingsmiddelenindustrie.'
Bron: RTL Nieuws - 18-10-2021.
Engels: cost-push inflation, supply shock (tegenovergesteld: demand-pull inflation).
Zie ook: aanbodfactoren, productiefactoren, producentenprijzen, inflatie, grondstoffeninflatie, agflatie, gasflatie, graaiflatie, loon-prijsspiraal, loongolf, loonzeepbel, tweede ronde-effecten, arbeidsproductiviteit, winstmarge, margedruk, plakkerige inflatie, vergeldingsinflatie, sellers' inflation, graaiflatie, plaatsflatie, varkenscyclus. Vergelijk: bestedingsinflatie, graaiflatie, sellers' inflation.
Tip anderen
|