Het model van de 'vliegende ganzen' (ook wel bedrijfsmigratie genoemd) is de economische theorie over het vestigingsbeleid van multinationals. Net als ganzen zouden multinationals ergens massaal neerstrijken als de lokale vestigingsomstandigheden gunstiger zijn dan elders. Zodra dit relatieve voordeel (comparatief voordeel) minder wordt of verdwijnt, vertrekken de ondernemingen weer.
Deze theorie stelt dat multinationals zoeken naar vestigingsplaatsen met de beste comparatieve voordelen. Bijvoorbeeld lage lonen, lage fiscale druk, vestigingssubsidies, goede infrastructuur, ruime aanwezigheid van grondstoffen en dergelijke.
Multinationals vestigen zich vervolgens in de vestigingsplaats met de beste comparatieve voordelen.
In de loop van de tijd kunnen die comparatieve voordelen in een land afnemen, bijvoorbeeld doordat lonen in lagelonenlanden gedurende hun ontwikkeling stijgen. De multinationals vertrekken vervolgens naar een nieuwe vestigingsplaatsen met betere comparatieve voordelen. Het vertrek heeft vaak ingrijpende gevolgen voor vestigingsplaats die achtergelaten wordt, bijvoorbeeld massa-ontslagen (werkloosheid), verlaten industrieterreinen, achtergelaten vervuiling en dergelijke.
Engels: flying geese model.
Zie ook: multinational, vestigingsland, ontwikkelingsland, lagelonenland, opkomende markten, comparatief voordeel, concurrentiepositie, investeringsklimaat, vestigingsklimaat, opstartkosten, arbeid, arbeidsmarkt, beroepsbevolking, administratieve lasten, grondstoffen, industriepolitiek, Doing Business Report, World Investment Report, Global Competitiveness Index, globalisering, offshoring, race to the bottom, sociale dumping, arbeidsverdringing, sweatshop.
Tip anderen
|