Letterlijk: soberheid. In de economie: budgettaire soberheid, een financieel soberheidsbeleid, vaak gepaard gaande met ingrijpende bezuinigingen.
Een periode waarin de overheid door slechte economische omstandigheden (krimp van de economie, recessie, depressie) de belasting verhoogt en/of overheidsuitgaven verlaagt om het begrotingstekort terug te dringen.
Tevens de naam van het Britse bezuinigingsbeleid in de jaren na de financiële crisis die in 2008 losbarstte. Een begrip dat veel in de Engelstalige pers te zien is, maar ook af en toe opduikt in de Nederlandstalige pers.
Voorbeeld
- 'De premier [Rutte, red.] juicht alleen het overdragen aan Brussel van het toezicht op banken. 'Dat kun je een beetje zien als het overdragen van bevoegdheden', zei hij gisteren. Eerder was zijn standpunt altijd dat Nederland geen verdere soevereiniteit inlevert, in ieder geval niet meer dan al in het stabiliteits- en groeipact is afgesproken. Dat pact werd in 1997 gesloten en werd eind 2011 versterkt waardoor eurocommissaris Olli Rehn meer bevoegdheden kreeg om de gemaakte afspraken over 'austerity', oftewel het terugdringen van de begrotingstekorten.
Bron: Volkskrant blog - 28-06-2012.
- 'Alles wat mis is met het Verenigd Koninkrijk is de schuld van het bezuinigingsbeleid ingezet onder David Cameron of het vrijemarktdenken van Thatcher, overgenomen door Tony Blair. „Austerity is een raison d’être geworden van de Britse regering”, schrijft Bloodworth. „Er was geen geld meer over – zo werd gedeclameerd – en publieke diensten moesten drastisch bezuinigen of uitbesteed worden aan private bedrijven die zogenaamd beter wisten hoe deze te besturen dan de staat.”'
Bron: NRC, bespreking boek 'Hired: Six Months Undercover in Low-Wage Britain' - 06-06-2018.
Zie ook: begroting, begrotingstekort, buitensporig tekort, schuldenberg, schuldhoudbaarheid, drieprocentsnorm, begrotingsdiscipline, bezuinigen, bezuinigingspakket, kapotbezuinigen, schoktherapie, begrotingscommissaris.
Tip anderen
|