Europese Unie: EU-lidstaten mogen maximaal een begrotingstekort (negatief overheidssaldo) van 3% van het bruto binnenlands product (bbp) en een maximale overheidsschuld van 60% hebben. Als het tekort boven de 3% uitkomt dan komt de lidstaat in de procedure voor buitensporige tekorten terecht (zie: buitensporig tekortprocedure).
Als EU-lidstaten een begrotingstekort hebben van meer dan 3% van het bbp dan wordt dit niet als buitensporig aangemerkt als tenminste het tekort:
- nauwelijks is overschreden
- én van tijdelijke aard is
- én ontstaan is door uitzonderlijke omstandigheden zoals een economische recessie.
Zie ook: Europese Unie, eurozone, eurocrisis, bruto binnenlands product, begrotingstekort, staatsschuld, begrotingstsaar, EMU-schuldquote, schuldaflossingsfonds, buitensporig tekortprocedure.
Tip anderen
|