Afsplitsing of verzelfstandiging van de waardevolle c.q. de relatief gezonde en levensvatbare delen van een onderneming die vrijwel failliet is. Men tracht daarmee (een deel van de) onderneming verder te laten gaan met behoud van een deel van de werkgelegenheid, terwijl het achterblijvende deel - het deel dat niet meer te redden valt, het sterfhuis - failliet gaat.
Zie ook: faillissement, doorstart, herstructurering, opsplitsen (van bedrijven), afsplitsen, technisch failliet, technisch faillissement, faillissementsfraude, scheidbaar, scheidbare bank, bad bank, omgekeerde bad bank, wind-up, Treuhand. Vergelijk: brugbank.
Tip anderen
|