Benaming voor de grote problemen in de toeleverings- en productieketen als gevolg van de coronacrisis.
Dit uitte zich onder meer in verschijnselen als hogere prijzen van grondstoffen, overbelaste scheepvaartroutes, beperkte energiecapaciteit en gerantsoeneerde microchips.
In het Nederlands wordt ook gesproken over de 'tekort-economie'.
Voorbeeld
'The Big Shortage: waarom je steeds vaker misgrijpt in de winkel - Wie een nieuwe fiets of spelcomputer wil, moet soms maanden wachten. En op korte termijn je huis verbouwen? Dat gaat je kapitalen kosten: de prijzen van hout en kunststof zijn keihard omhoog geschoten. Van grondstoffen tot energie, van containers tot chauffeurs: er is een nijpend tekort aan van álles in de wereldeconomie. Hoe komt dat? En… moeten we ons zorgen maken over sinterklaascadeautjes?'
Bron: NRC Podcast - 23-11-2021.
Zie ook: knelpuntenrecessie, nippertjeseconomie, productieketen, vraagschok, aanbodschok, inhaalvraag, tekort-economie, rantsoeneren.
Tip anderen
|