Oorspronkelijk Vlaams: gevarentoeslag, risicopremie.
- Aanduiding voor geld dat onervaren beleggers (vaak aangetrokken door een aanhoudende koersstijging) in aandelen beleggen. Zij volgen de koersen vaak meerdere keren per dag en zijn bang geld te verliezen. Bij de geringste tegenslag verkopen zij hun bezit.
Voorbeeld
'Deze kersverse beleggers brengen bovendien vaak een groot bedrag ineens naar de beurs (.....). Zulk bibbergeld biedt geen goede basis voor een lange mooie zomer op de beurs.'
Bron: DFT, 26-3-2015.
- Geld dat particuliere beleggers als buffer moeten aanhouden tegenover risicovolle derivatenposities.
Voorbeeld'
'CME, de grootste Amerikaanse derivatenbeurs, verhoogt de buffer die beleggers moeten betalen om hun posities in Amerikaanse renteswaps af te wikkelen met 12 procent. (......) CME zet zich als clearingpartij tussen koper en verkoper van renteswaps en garandeert beide partijen de stipte uitvoering. De cashdeposito's - een fractie van de hoofdsom - die de beurs bij elke transactie eist, is een soort bibbergeld dat beleggers betalen als verzekering voor het geval dat de onderliggende schuldenaar van de contracten - in dit geval dus de Amerikaanse overheid - in gebreke blijft.'
Bron: Tijd.be - 16-10-2013.
Zie ook: toeslag, risicopremie, buffer, onderpand, margin.
Tip anderen
|