De term 'voodoo' in combinatie met een financieel begrip heeft altijd een negatieve lading en betekent dan slecht onderbouwd, niet academisch onderbouwd, zonder bewezen werking, onduidelijk of schimmig ('black box'), misleidende nonsens. Voodoo is een in West-Afrika ontstane godsdienst, die ten tijde van de slavenhandel is meegenomen naar het Caraïbisch gebied en Noord-Amerika; hierin zijn Afrikaanse natuurreligies en het katholicisme samengesmolten (geloof in een schepper, bijgestaan door goden en godinnen, voorouders en geesten).
'Voodoo economics' kan verschillende betekenissen hebben:
- De Republikeinse president George Bush (senior, 41ste president van VS in de periode 1989-1993) gebruikte het begrip voor zover bekend als eerste; in 1980 gebruikte hij 'voodoo economics' als schertsende aanduiding van de economische ideeën van Ronald Reagan, die ook bekend staan onder de naam Reaganomics (zie ook: aanbodeconomie). Zijn kritiek verstomde toen Reagan hem uitkoos als 'running mate' voor het presidentschap.
- Schertsende benaming voor economisch beleid dat niet haalbaar is of dat op basis van niet realistische of twijfelachtige aannames werkt.
- Schertsende benaming voor technische analyse.
Voorbeeld
'Trump wil met ongekende belastingverlagingen en investeringen de economie aanjagen en dat kost geld. Zelfs met 'voodoo-economics' gaat de cost voor de baet uit. Als het geld niet snel op tafel komt, zal hij wel gaan stampvoeten.'
Bron: FD, column Marcel de Boer - 13-01-2017.
Zie ook: aanbodzijde-economie, trickle-down economics, black box, getallenfetisjisme, zelfbevestigende voorspelling, technische analyse, Frankenstein-regering. Vergelijk: plutonomics, chiconomics, burgernomics, freakonomics, Reaganomics, Abenomics, Obamanomics, Trumponomics. Vergelijk: voodoo finance.
Tip anderen
|