Een variant op de al jaren gebruikte kredietwaarschuwing "Geld lenen kost geld". Met de variant "Geld uitlenen kost geld" wordt gedoeld op de situatie dat na de enorme kwantitatieve verruiming (geldschepping) van centrale banken, de Europese Centrale Bank (ECB) en diverse andere centrale banken uiteindelijk zijn overgegaan tot het hanteren van een negatieve depositorente (februari/maart 2016).
Daardoor levert het door banken stallen van geld bij de centrale bank niets meer op; integendeel, het kost geld. Het idee achter de maatregel van de centrale banken is dat de banken dan liever het geld uitlenen dan het bij de centrale bank te stallen, wat vervolgens de economie en inflatie zou moeten aanzwengelen.
Sinds 2016 is ook de rente op staatsleningen van 'sterke' landen negatief geworden zodat ook beleggers (vooral grote zoals pensioenfondsen) geld moeten betalen voor het uitlenen van geld aan bedoelde landen.
Voorbeeld
'De Rabobank tobt met de spaarrente, net als de andere grootbanken. De lage marktrente en de renteboete die banken moeten betalen voor overtollig geld heeft de spaarrente de afgelopen drie jaar naar bijna nul gedrukt. Nu de Europese Centrale Bank (ECB) de rente waarschijnlijk nog verder zal verlagen komt de nul procent in zicht. Of misschien zelfs een negatieve rente: spaarders die geld moeten betalen voor hun spaargeld.'
Bron: NOS.nl - 15-08-2019.
Zie ook: verruiming van de geldmarkt, monetaire verruiming, kwantitatieve verruiming, negatieve depositorente, negatieve rente, renteboete, negatieve rentevoet, nulrente, nulrentepolitiek, zero interest rate policy, negative interest rate policy, stallingsgeld, zoektocht naar rendement. Vergelijk: geld lenen kost geld, geld hebben kost geld.
Tip anderen
|