Een 'boom' is een hausse, 'bust' is het plotseling uiteenspatten; een 'boom-bust' is een periode van (sterke) groei, expansie of stijging, gevolgd door een plotseling sterke krimp of daling.
Die daling kan inzetten als gevolg van gewijzigde economische omstandigheden of perspectieven, of het knappen van een zeepbel (de groei was gebaseerd op onrealistisch gebleken verwachtingen of speculatie).
Zie ook: boom, conjunctuurcyclus, varkenscyclus, bubbel, zeepbel, froth, koopfeest, beursfeest, bubble-economie, zeepbel, oververhitting (van de economie), hausse, baisse, correctie, dumpen, kelderen, verdampen, gebakken lucht, krach, afwaarderen, angst en hebzucht, marktinfarct.
Tip anderen
|