De neiging dat men een eerdere mening niet herziet of aanpast als er nieuw bewijs is dat dat wel zou moeten. Het (ondanks nieuwe feiten die tot een heroverweging zouden moeten leiden) hardnekkig blijven vasthouden aan een bepaald standpunt of mening.
Er zijn aanwijzingen uit de gedragspsychologie dat beleggers zich vastklampen aan een (bijvoorbeeld optimistische) visie of prognose, en zich te star gedragen als ze nieuwe (negatieve) informatie voorgeschoteld krijgen. Bijvoorbeeld over een moeizaam verlopende reorganisatie, achterblijvende verkoopcijfers of een winstwaarschuwing. Door niet of te traag reageren kunnen grote verliezen ontstaan.
Voorbeeld
'Een andere groep, waaronder Yale-econoom Robert Shiller die ondanks andere opvattingen over de economie ook de Nobelprijs in ontvangst nam, neemt langzaam afscheid van het idee dat markten efficiënt zijn. Deze school constateert dat beleggers informatie op een irrationele manier verwerken, vanwege zogeheten psychologische "biasses". De economen Barbaris, Shleifer en Vishny hebben twee menselijke trekjes in een model opgenomen dat probeert om bijvoorbeeld koerseffecten na een winstwaarschuwing te verklaren. .....Het model werkt ongeveer zo bij een winstwaarschuwing. Na een winstalarm weigeren conservatieve beleggers te geloven dat het echt zo slecht gaat met de onderneming als de winstwaarschuwing doet vermoeden, met als gevolg dat zij minder stukken verkopen dan een rationele belegger zou doen.'
Bron: VEB - 25-11-2013.
Zie ook: bias, gedragseconomie, psychologische grens, behavioral risk. Vergelijk: attribute bias, availability bias, confirmation bias, home bias, hindsight bias, omitted variable bias, outcome bias, present bias, representative bias, survivorship bias, bandwagon-effect, framing.
Tip anderen
|