Gekscherende benaming voor het tijdperk van de negatieve rente (minrente). Zo moeten klanten van banken in dit tijdperk rente betalen aan de bank als er meer dan een zeker bedrag (bijvoorbeeld 100.000 euro) op de bankrekening staat.
Een in 2021 door Edin Mujagic, hoofdeconoom van vermogensbeheerder OHV, gemunte term. In feite een vervolg op de door hem in 2019 bedachte term 'nulrentoceen'.
Voorbeeld
- 'De Europese Centrale Bank (ECB) verhoogt de rente in één klap met een half procentpunt, meer dan eerder werd aangekondigd. De renteverhoging, de eerste sinds 2011, maakt een eind aan een ongebruikelijke en acht jaar lange periode van negatieve rente. De ECB wil met de forse renteverhoging de torenhoge inflatie intomen. Qua grootte is de rentestap buitengewoon, een soortgelijke maatregel van een 0,5 procentpunt of meer kwam enkel voor tijdens de financiële crisis in 2008-2009 en bij de dotcomcrisis in 2001.'
Bron: NOS Nieuws, 21-7-2022.
- 'Daardoor hebben veel consumenten van hun bank een brief gehad met de mededeling dat de spaarrente negatief wordt. Voorlopig geldt dat voor saldi van boven 100.000, maar er zijn al banken in Europa die een lagere lat hanteren én sluit geen enkele Nederlandse bank niet uit dat die grens op 100.000 euro zal blijven. En dan hebben we het over de nominale spaarrente. De échte, ook wel reële, spaarrente, is al enige tijd negatief. En zal, ook als de centrale banken ergens in de komende jaren hun officiële rentes gaan verhogen, negatief blijven. Ik vermoed steeds meer dat de échte spaarrente minstens de rest van dit decennium negatief zal blijven. Daarmee is nulrentoceen als woord alweer achterhaald. Wás het maar nulrentoceen. Het nieuwe monetaire tijdperk heeft een nieuwe naam nodig. Met negatieve rente als hét kenmerk; welkom in het minrentoceen.'
Bron: OHV.nl, column Edin Mujagic -03-09-2021.
Zie ook: stallingsgeld, geld hebben kost geld, geld uitlenen kost geld, renteboete.
Tip anderen
|