Het minimale netto loon voor een gebruikelijke werkweek waarvan een werknemer - dus iemand in loondienst - zijn gezin kan voorzien van de basisbehoeften (onder meer voldoende voedsel en water, een dak boven het hoofd, onderwijs, gezondheidszorg, transport en kleding). Kortweg: een inkomen waarmee iemand een menswaardig leven kan leiden.
Vaak wordt ook een opslag (reserve) van ongeveer 10% aangehouden voor de opbouw van een reserve om tegenslagen in de toekomst op te kunnen vangen en een pensioen.
De term 'leefbaar loon' wordt gebruikt voor mensen in loondienst, terwijl ‘leefbaar inkomen’ voor zelfstandigen (ondernemers) wordt gehanteerd.
Vaak wordt bij het gebruik van de term verwezen naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties.
Het leefbaar loon verschilt per land en gezinsomvang.
Voorbeeld
'Peter d’Angremond van Fairtrade Nederland is pessimistischer. ‘De basisoorzaken van de problemen in de cacao-industrie zijn armoede, gebrek aan transparantie en wetgeving en te weinig kennis. Armoede is de grootste factor: de meeste boeren, ook die in Cocoa Life, verdienen zelfs niet wat wij een ‘leefbaar inkomen’ noemen. Leven zonder armoede is een basismensenrecht.'
Bron: Volkskrant - 04-12-2019.
Zie ook: bestaanszekerheid, basisbehoeften, basisbehoeftenniveau, armoedegrens, sociaal minimum. Vergelijk: minimumloon, basisinkomen, lage-inkomensgrens, niet-veel-maar-toereikendcriterium.
Tip anderen
|