Letterlijk: geld om van te kunnen leven.
Een afgesproken geldbedrag dat nodig is voor een één- of meerpersoonshuishouden om van te kunnen leven, dat wil zeggen: om te gebruiken voor eten, drinken en persoonlijke verzorging, om zelfstandig in het levensonderhoud te kunnen voorzien.
Leefgeld wordt gebruikt in een situatie van schuldhulp en budgetbeheer, waarbij er tussen een schuldhulpverlener en een cliënt een bedrag wordt afgesproken om van te leven. Leefgeld wordt ook verstrekt aan asielzoekers.
Het leefgeld wordt doorgaans vastgesteld op basis van normbedragen.
Voorbeeld
'Een doordeweekse ochtend, tien uur, bij Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht (SNDVU). In een kamertje grenzend aan de Sint-Dominicuskerk in de Utrechtse wijk Oog en Al piept de zon door het glas-in-loodraam heen. Op de achtergrond zachte orgelmuziek. In een metalen spaarpotje op tafel liggen tientallen envelopjes gevuld met 110 euro. Dat leefgeld krijgen Utrechtse asielzoekers zonder verblijfspapieren voor twee weken van de gemeente.'
Bron: NRC - 04-04-2019.
Zie ook: schuldhulpverlening, beslagvrije voet, vrij te laten bedrag. Vergelijk: vrij te laten bedrag, zakgeld, wachtgeld, toelage, levend geld, leergeld.
Tip anderen
|