Heerschappij van het grote kapitaal ('het grootkapitaal'), van de rijken. Een vorm van bestuur waarbij de macht in handen is van de rijkste personen. In een plutocratie kunnen deze mensen, de mensen met grote hoeveelheden kapitaal, de wetgeving bepalen. Geld en kapitaal worden gebruikt om invloed te kopen, onder andere bij politici.
Voorbeeld
- 'Hier en daar wordt wel gesproken over de twee politieke krachtenvelden die, over de hele wereld, gezamenlijk de middenklasse in de tang hebben genomen. Aan de top hebben we te maken met de mondiale plutocratie, de elites van de megaconcerns, met name in de technologie en de financiële sector, die volstrekt zijn losgezongen van nationale en lokale banden, en van het normale bestaan in zijn algemeenheid. Aan de onderkant worden diezelfde middengroepen dagelijks gemangeld door ontspoorde managers, graaiende opperbazen en een losgeslagen financiële sector, personen en instituties die zich ook hebben losgemaakt van de normale wereld.'
Bron: 'Wij, de elites van nu, missen noblesse oblige', Geert Mak in NRC - 18-04-2015.
- 'Als Amerikaan vind ik de verkiezingen 'depressing as hell'. Ik wil meer empathie in de politiek, terwijl Trump een vijandige leider is. Hij vertegenwoordigt twee kwaden: plutocratie en wit-nationalisme. Je kunt hem zeker vergelijken met Wilders, ze behoren tot dezelfde politieke klasse.'
Bron: Volkskrant.nl, citaat George Blaustein, universitair docent Amerikanistiek aan de UvA - 09-11-2016.
Engels: plutocracy.
Zie ook: plutogoog, marktelite, grote geld, grootkapitaal, oligarchie, corporatisme, haute finance, marktelite, lobby, lobbycratie, establishment, captains of industry, old boys network, superrijken, One Percent, cliëntelisme. Vergelijk: plutonomie, arbeidersklasse, Jan met de pet, middenklasse, verdrukte midden, gerontocratie, technocratie.
Tip anderen
|