Ook: seigneuriage, seignorage.
Muntloon, geldscheppingswinst.
- Het woord seigniorage is naar vermoed wordt afgeleid van 'seigneur', de soeverein, die het recht heeft munt te laten slaan. Als de waarde van de munten in het vrije verkeer meer is dan de intrinsieke waarde, dan verdient de seigneur een muntloon. In de loop der geschiedenis is daar door veel 'seigneurs' misbruik van gemaakt door het gehalte aan edelmetaal in een munt te laten dalen en dus de eigen winst te verhogen. Tegenwoordig wordt de winst van de centrale bank die nieuw geld in circulatie brengt niet aan de vorst maar aan de staat overgemaakt.
Ook een overheid met controle over de centrale bank kan iets soortgelijks doen; zij kan overheidstekort monetair financieren; dit wordt ook 'seigniorage' genoemd. Elk door de centrale bank in circulatie gebracht bankbiljet is in feite een obligatie aan toonder, waarover deze geen rente betaalt.
- Ook wordt het begrip wel eens gebruikt om de macht aan te duiden van een land waarvan de valuta (munten of biljetten) door andere landen als reservemunt worden aangehouden.
Engels: seignorage, seigniorage.
Zie verder: monetaire financiering.
Zie ook: financieringstekort, double deficit, dollarisatie, reservemunt, wereldmunt, ankervaluta, koning dollar, dollar trap, monetaire financiering, monetariseren, geldschepping, geldscheppingswinst, geldpers, kwantitatieve verruiming, monetariseren.
Tip anderen
|