Er is veel geschreven over welke maanden mooie koersontwikkelingen laten zien en welke niet. Een bekende beurs'wijsheid' die hier op inspeelt luidt: 'Sell in May and go away, but remember to come back in September'.
Het januari-effect refereert aan mooie (bovengemiddelde) rendementen die rond het einde van het jaar (begin van het nieuwe jaar) behaald zouden kunnen worden; volgens de efficiënte markt theorie is dit niet mogelijk, maar onderzoek duidt wel degelijk op het bestaan van dergelijke rendementseffecten in sommige markten als gevolg van marktanomalieën.
Enkele mogelijke verklaringen voor het januari-effect zijn:
- Vermogenswinstbelasting - Het rendement op aandelen wordt bijvoorbeeld in de Verenigde Staten bij verkoop belast met vermogenswinstbelasting (anderzijds zijn de gerealiseerde koersverliezen aftrekbaar). Aandelen die in een bepaald jaar zijn gedaald, dalen tegen het jaareinde verder, omdat beleggers deze aandelen verkopen met als doel de belastingdruk te verkleinen. Aan het begin van het nieuwe jaar is de verkoopdruk weg en keren deze aandelen terug naar een hoger niveau.
- 'window dressing' - Een andere verklaring is het feit, dat vermogens- en fondsbeheerders de slecht presterende aandelen uit hun portefeuilles halen om zodoende eindejaarsrapportages te verfraaien. Met name de koersen van 'small caps' kunnen hierdoor onder druk komen te staan. In het begin van het nieuwe jaar worden die posities teruggedraaid en keren de verkochte fondsen terug naar hun evenwichtsprijs (compensatie van de overreactie van het jaar daarvoor).
- Eindejaarspremies en bonussen - Een andere reden is dat aan het einde van een jaar regelmatig bonussen en eindejaarspremies uitgedeeld worden. Nieuw geld dat geïnvesteerd kan worden, wat dan weer gebeurt aan het begin van een nieuw jaar.
Er wordt ook wel gesproken van het turn-of-the-year-effect.
Zie ook: marktanomalie, kalendereffect, maandag-effect, holiday effect, sell in May, seizoenspatroon. Vergelijk: januari-barometer.
Tip anderen
|