Ook: thuiswerken.
Arbeid die op afstand van de werkgever of opdrachtgever wordt uitgevoerd met behulp van informatie- en communicatietechnologie (ict), dus met hulpmiddelen als telefoon, fax, computer, internet, e-mail, bepaalde apps, enzovoorts.
De begrippen thuiswerken en telewerken worden vaak door elkaar heen gebruikt. Volgens Van Dale is de thuiswerker iemand die thuis werk verricht. En de telewerker werkt thuis met behulp van een computeraansluiting met het bedrijf.
Voorbeeld
- 'Nederlanders zijn kampioen thuiswerken - Veel Nederlanders werken weleens thuis. Volgens het CBS gaat het om iets meer dan de helft van het aantal werkenden. Daarmee is Nederland in Europa koploper. Vooral het aandeel werkenden dat af en toe thuis werkt, is in Nederland veel hoger dan in andere Europese landen. De coronapandemie zette een sterke opleving van het thuiswerken in gang, maar ook daarna bleef de thuiswerkplek populair.'
Bron: FD - 15-03-2024.
- 'Blijkbaar rijzen er nu twijfels. Uit onderzoek van businesschool Insead en Harvard onder bedrijven in de professionele dienstverlening, olie en gas, financiën, zorg en en ict blijkt dat het enthousiasme over thuiswerken flink is getaand. Werkgevers zien dat de bedrijfscultuur afbrokkelt en het moreel daalt. Thuiswerk leidt tot minder betrokkenheid, meer verloop en minder innovatie.'
Bron: Volkskrant, column Peter de Waard - 17-05-2021.
Engels: remote working.
Zie ook: arbeid, afstandseconomie, hybride werken, thuiswerkplek, beeldbellen, het nieuwe werken, infrastructuur, digitale nomade, flexplek, flexwerker, cloudwerker, human cloud, coronacrisis, forensentaks, waarjewerkt-budget. Vergelijk: werkvloer.
Tip anderen
|