Ook: wereldwijde spaarvloed.
Een overschot aan spaargeld, een situatie waarin er veel meer geld gespaard is dan nodig is voor investeringen. Er is dan sprake van een zeer hoge spaarquote.
De term werd vooral bekend door de Ben Bernanke, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank tussen 2006 en 2014, die verwees naar een 'wereldwijde spaarvloed' ('global savings glut' of 'savings glut'), die hij als verklaring gaf voor de lage rentevoeten die golden voor de financiële crisis van 2008. Destijds was de wereldwijde spaarquote gestegen tot 24 procent. Dat spaargeld voedde toen de Amerikaanse huizenzeepbel, mede geholpen door een door hebzucht verblinde financiële sector. Sindsdien is de spaarquote alleen maar verder gestegen.
De spaarvloed wordt (naast de kwantitatieve verruiming door centrale banken) gezien als een belangrijke oorzaak van extreem lage rentestanden (zelfs negatieve rente) zoals we die vandaag de dag kennen.
Voorbeeld
'Zo blijft de paradox die de vertrokken centrale bankier Alan Greenspan vorige zomer signaleerde intact. De rente op de kapitaalmarkt luistert niet of nauwelijks nog naar wat de centrale banken met hun monetaire beleid dicteren. .......Intussen gaat de discussie over de paradox door. Bekend is inmiddels het argument van de wereldwijde spaarvloed, waar Greenspans opvolger Ben Bernanke een aanhanger van is. Een overschot aan besparingen in de rest van de wereld vloeit naar de VS, waar de aankopen van obligaties de koersen opdrijven, en dus de effectieve rente naar beneden.'
Bron: NRC, column Maarten Schinkel - 11-02-2006.
Engels: global saving(s) glut (GSG), savings glut.
Zie ook: wereldeconomie, spaarwoede, spaarquote, spaaroverschot, dood geld, nulrente, negatieve rente, spaarvlucht.
Tip anderen
|