De term werd voor het eerst in 1952 gebruikt door de econoom John Kenneth Galbraith die daarmee doelde op de macht van grote kopers om tegenwicht te bieden aan de almaar groeiende concentratietendens in de Amerikaanse industrie en de daarbij behorende prijsverhogingen.
Tegenwoordig wordt het begrip ook breder gebruikt, bijvoorbeeld met betrekking tot de politiek (partijen, parlement en regering).
Voorbeeld
'Wat een eer om vanavond met u te mogen spreken over de lessen die we met elkaar moeten trekken uit het kinderopvangtoeslagschandaal [toeslagenaffaire, red.]. Een schandaal dat heel lang groot en onzichtbaar leed veroorzaakt heeft achter duizenden, tienduizenden voordeuren van Nederland...........Als er iets duidelijk is geworden, kijk maar naar de snoeiharde bevindingen van het rapport ‘Ongekend Onrecht’, is dat er een aantal fundamentele veranderingen nodig zijn in ons land. In de overheid, in de rechtspraak, in het maatschappelijk middenveld, in de media, maar ook in de politiek zelf, inclusief de Tweede Kamer. Alleen zo kunnen we met elkaar het vertrouwen in de rechtsstaat herstellen. Openheid moet weer de norm worden, macht moet tegenmacht ontmoeten, niet om het gevecht, maar om problemen onder ogen te zien en samen op te lossen. Alleen zo neem je betere besluiten....'
Bron: cda.nl, Lezing Pieter Omtzigt over macht en tegenmacht - 28-01-2021.
Engels: countervailing power.
Zie ook: Galbraith, John Kenneth, rechtsstaat, checks and balances, vertrouwen, concentratie, marktmacht, concurrentie. Vergelijk: countervailing duties.
Tip anderen
|