'Industria' betekent in het Latijn 'ijver' of 'vlijt'. Letterlijk zou onder industrie elke vorm van productiviteit c.q. nijverheid moeten worden verstaan, maar het woord wordt meestal in beperktere betekenis gebruikt, zie hierna.
- De economische sector met alle bedrijven en activiteiten die de grondstoffen en andere voortbrengselen van de primaire sector verwerkt. Dus alle bedrijven die werkzaam zijn in het veredelen van grondstoffen en/of halffabrikaten, hetzij om hulpmiddelen voor de productie voort te brengen, hetzij om direct voor consumptie geschikte goederen voort te brengen.
Er wordt in plaats van industrie ook wel gesproken over de 'secundaire sector'.
- Een bedrijfstak, een sector, een branche.
Bijvoorbeeld de chemische industrie, de papier- en grafische industrie, de voedingsmiddelenindustrie. Dat hoeft niet alleen met het voortbrengen van tastbare producten te maken hebben, maar kan ook over diensten, concepten, ideeën gaan; bijvoorbeeld de 'creatieve industrie'.
Voorbeeld
'De omzet van de Nederlandse industrie was vorig kwartaal 4,9 procent lager dan een jaar eerder. Dit heeft onder andere te maken met de malaise in Duitsland. ......Vooral raffinaderijen en chemiebedrijven kregen minder geld binnen. Aardolieproducenten haalden afgelopen kwartaal 9,5 procent minder omzet vergeleken met een jaar eerder. Wat betreft chemieproducenten ging het om een afname van 4,5 procent. Ook in onder andere de textielindustrie en metaalproductensector nam de omzet afgelopen kwartaal af. De dalende omzet komt vooral door schaarste aan personeel.'
Bron: NRC - 20-08-2019.
Engels: industry.
Zie ook: sector, secundaire sector, productie, bedrijvigheid, maakindustrie, basisindustrie, lichte industrie, zware industrie, fabrieksorders, industriebank, industriepolitiek, industriële productie, kapitaalintensief, fabrieksorders, agro-industrie, sunset industry, brownfield, big uglies, next economy, Dow Jones Industrial Average. Vergelijk: primaire sector, tertiaire sector, quartaire sector.
Tip anderen
|