Min of meer volgens een vast patroon regelmatig terugkerende betalingen (uitgaven) die men als gevolg van aangegane verplichtingen verschuldigd is. Die bedragen hoeven niet bij iedere betaling even hoog te zijn.
Bijvoorbeeld betalingen voor huur of hypotheek, verzekeringen, gas, water, licht, vervoer (auto of openbaar vervoer), kinderopvang, abonnementen (telefoon, televisie, internet) en dergelijke.
Voorbeeld
'Huishoudens zijn dit jaar meer dan de helft van hun inkomen kwijt aan vaste lasten, berichtte het Nibud deze week. ....Hoe komt dat? En wat kunnen we eraan doen? Maar eerst: klopt het wel? Echt niet, dacht ik toen ik de kop deze week in de Volkskrant zag staan. Maar in die kop stond dan ook ‘woonlasten’ in plaats van vaste lasten. ‘Vaste lasten’ is een ruimer begrip. Het Nibud rekent naast de kale woonlasten (huur of hypotheek) ook de energierekening mee, de waterrekening, lokale lasten, en de kosten voor telefoon, televisie, internet, verzekeringen, onderwijs, kinderopvang en vervoer. Dit hele pakket ‘vaste lasten’ slokt dus een steeds groter deel op van het netto inkomen van huishoudens, gemiddeld iets meer dan de helft.'
Bron: Volkskrant - 22-03-2019.
Niet te verwarren met vaste kosten of constante kosten.
Engels: recurring costs, fixed costs.
Zie ook: uitgaven, budget, huishoudboekje, maandlasten, woonlasten, problematische schulden, Landelijk Convenant Vroegsignalering, bezuinigingspakket, besteedbaar inkomen, vrij besteedbaar inkomen, kostgeld. Vergelijk: reserveringsuitgaven, woonlasten, vaste kosten, incidentele kosten, eenmalige kosten.
Tip anderen
|