De verandering van consumptieve bestedingen van gezinnen als gevolg van marktwaardeschommelingen van hun vermogen. Deze schommelingen kunnen zowel betrekking hebben op het financiële vermogen (zoals aandelen en obligaties) als het niet-financiële vermogen (vastgoed), ongeacht of deze activa wel of niet te gelde zijn gemaakt.
Voorbeeld
'Ook voor wie wél aandelen bezit, hoeft een kortstondige correctie weinig gevolgen te hebben. Het vermogenseffect, waarbij mensen hun consumptie terugschroeven omdat ze zich na een koersdaling minder welvarend voelen, treedt pas in als koersverliezen langdurig zijn. Bovendien is dat effect minder sterk bij aandelen dan bijvoorbeeld bij een daling van de huizenprijzen. Dat komt omdat aandelenbeleggers er, veel meer dan bij huizen, al rekening mee houden dat de waarde van belegging kan fluctueren.'
Bron: NRC, column Mark Beunderman & Maarten Schinkel - 07-02-2018.
Zie ook: vertrouwen, weelde-effect, inhaalvraag.
Tip anderen
|