Naamgeving van een in 1991 en toen als 'tijdelijk' betitelde accijns op motorbrandstoffen in Nederland; er werd beloofd dat het om een tijdelijke verhoging zou gaan, maar sindsdien betalen automobilisten en motorrijders nog steeds deze verhoging, inmiddels aangevuld met jaarlijkse indexaties. De reden voor de invoering was het dichten van een gat in de rijksbegroting. Genoemd naar de toenmalige minister van Financiën (tijdens kabinet Lubbers III) en latere minister-president Wim Kok.
Voorbeeld
'Als de olieprijs stijgt, dan gaat de prijs aan de pomp snel omhoog, maar bij een daling gaat hij maar langzaam naar beneden. Ophef alom. Het ESB-artikel spreekt over pomphouders, dus we kunnen Shell niet de schuld geven. Dat is nou weer jammer. Het is natuurlijk veel makkelijker om boos te worden op een grote oliemaatschappij dan op de pomphouder op de hoek. Ik gun hen die paar centen per liter, want ze gaan het nog moeilijk genoeg krijgen met al die elektrische auto’s. Het feit dat dit met chocoladeletters op de voorpagina van de populaire kranten stond, geeft aan hoe gevoelig de benzineprijs bij de consument ligt. Niet voor niets komt nog regelmatig de boosheid over het kwartje van Kok bovendrijven. Wist u dat deze ‘tijdelijke’ belastingverhoging in 1991 werd doorgevoerd?'
Bron: BNR, column Corné van Zeijl - 26-01-2024.
Zie ook: kwartje, belasting, indexering, begrotingstekort. Vergelijk: tientje van Lieftinck, Zalmsnip, kwartje van Rutte, Prins Bernhard-belasting.
Tip anderen
|