Een begrip uit de - vooral Angelsaksische - financiële pers en blogs. Bedoeld worden de economische sectoren die 'papierintensief' zijn, namelijk:
de financiële wereld (Finance),
de verzekeringssector (Insurance),
en de onroerend goed sector (Real Estate),
(inclusief alle direct hiermee verbonden dienstverleners), waarvan de eerste letters in het engels samen de afkorting FIRE vormen.
Deze bedrijven floreren grotendeels door stijgende activaprijzen en rente op schulden, en hebben baat bij de toegenomen financialisering die afgelopen decennia heeft plaatsgevonden.
Als de activaprijzen dalen, zoals tijdens de huizencrisis en dekredietcrisis (2007-2009), dan lijdt de FIRE-economie daaronder. Wanneer de FIRE-economie lijdt, kan de rest van de economie te maken krijgen met wanbetalingen, faillissementen van bedrijven, toenemende werkloosheid, verminderde vraag en schulddeflatie.
Voorbeeld
The FIRE Economy grows based on interest on debt and capital gains generated asset price increases, but not increased value -- asset price inflation -- realized as capital gains. Examples of inflated assets are residential and commercial real estate from 2002 to 2006 and technology stocks from 1997 to 2000. As a result, over a period of decades the FIRE Economy has become the dominant source of income, and payments within the FIRE Economy are now many times larger than the Productive Economy in aggregate.
Bron: www.fireeconomy.com.
Zie ook: financiële economie, financieel gedreven economie, financialisering, voodoo finance, financiële massavernietigingswapens, Vallstein Benchmark, Lehman Brothers. Vergelijk: reële economie.
Tip anderen
|