Jargon, informeel taalgebruik. In de problemen geraken, een uitglijder begaan, verlies maken, alles verliezen, bankroet gaan.
Voorbeeld
- 'Duitse banken gaan nat op Volkswagen - De koers van Volkswagen stijgt dinsdag aan het begin van de middag met meer dan 35%. "Dit is de moeder aller short squeezen", zegt een handelaar op de Amsterdamse beurs. De Duitse banken moeten veel terrein prijsgeven.'
Bron: FD.nl - 07-10-2008
- 'Paraplumaker Senz gaat voor tweede keer nat - Senz, dat een innovatieve stormparaplu produceert, is voor de tweede keer bankroet verklaard. Na het eerste faillissement in 2018 gingen de intellectuele eigendomsrechten, die buiten het bankroet waren gebleven in de holding Senz Technologies, naar oud-bankier Peter Albrecht. De oud-bankier verwierf de licentie onder het bedrijf Senz International. Dit bedrijf is nu failliet.'
Bron: MT / Sprout - 16-06-2021.
Zie ook: verlies, strop, tegenvaller, zeperd, de bietenbrug op gaan, onderuit gaan, verdampen. Vergelijk: onder water (staan).
Tip anderen
|