Een aandeel dat een 'vaste waarde' is in de portefeuille van de meeste beleggers, dus een aandeel dat in portefeuille wordt gehouden binnen brede lagen van de bevolking, dat bij veel particuliere beleggers - vaak wordt 15% aangehouden - in bezit is.
Uitgangspunt is meestal: een goed dividendrendement en relatief stabiele koersontwikkeling. In Nederland wordt van oudsher bijvoorbeeld gedacht aan beursfondsen als Koninklijke Olie (Royal Dutch), KPN en Ahold. Hoe discutabel een dergelijke definitie is bleek wel toen KPN en Ahold in een korte periode met ruim 80% in koers daalden en jarenlang geen dividend betaalden....
Van oorsprong is volksaandeel een Duits begrip, namelijk een 'Volksaktie'; in de jaren 50 van de vorige eeuw werden door Ludwig Erhard, minister van Economische Zaken onder bondskanselier Konrad Adenauer, veel staatsondernemingen geprivatiseerd (zie ook: sociale markteconomie). De Duitse overheid wilde het aandelenbezit onder burgers en werknemers stimuleren; de aandelen van geprivatiseerde ondernemingen werden vaak uitsluitend geplaatst bij particuliere beleggers. Voorbeelden waren Volkswagen, VEBA en Preussag. In de jaren 90 van de vorige eeuw kennen we Deutsche Telekom als 'Volksaktie'.
Voorbeeld
'ABN Amro wil volksaandeel worden - Nederlandse particuliere beleggers die inschrijven bij de beursgang van ABN Amro, krijgen een voorkeursbehandeling. In beginsel krijgen ze 250 aandelen toegewezen. Daarmee kan de bank net zo’n volksaandeel worden als KPN ooit was.'
Bron: DFT.nl - 10-11-2015.
Zie ook: particuliere belegger, kleine belegger, beleggingsclub, volkskapitalisme, sociale markteconomie, beurslieveling, steraandeel, goedehuisvaderaandeel, weduwen- en wezenaandeel. Vergelijk: volkslening.
Tip anderen
|