Ook: wet van de grote aantallen.
Statistisch concept dat aangeeft dat naarmate het aantal in een berekening meegenomen eenheden groeit, de invloed van een afzonderlijke eenheid steeds kleiner wordt (de invloed van uitschieters of onnauwkeurigheden neemt dan af, de resultaten stabiliseren zich). De kans is namelijk groot dat ze elkaar compenseren. Over de uitkomsten van afzonderlijke gebeurtenissen valt vaak weinig of niets te zeggen, maar er valt wel wat te zeggen over wat er in totaal of gemiddeld over een groot aantal gevallen gebeurt.
Het eenvoudigste voorbeeld is het opgooien van een munt: bij een klein aantal worpen is de uitkomst onzeker, maar bij bijvoorbeeld 100.000 pogingen zal er 50% kop en 50% munt vallen (behoudens een verschil in de 'verre' decimalen).
De wet wordt vaak toegepast bij onder meer kansberekeningen en verzekeringen. Bij een bestand van een groot aantal verzekerden zal men bijvoorbeeld voor het berekenen van de premie voor een levensverzekering uit kunnen gaan van de gemiddelde levensverwachting. Maar ook dat is nog geen zekerheid: in de loop van de tijd verandert dat gemiddelde, en ook een calamiteit kan roet in het eten gooien. Maar de verzekeringspremie kan met grotere zekerheid worden berekend naarmate het aantal deelnemers aan de verzekering groeit.
Engels: the law of large numbers.
Zie ook: wet van de grote ronde getallen, statistiek, distributiecurve, wisdom of the crowd.
Tip anderen
|