Het door een overheid van een land waar zich grote energievoorraden bevinden onder druk zetten van internationale exploitatiemaatschappijen of landen die die energie afnemen.
In het eerste geval kan gedacht worden aan (gehele of gedeeltelijke) nationalisatie, beperking van investeringen (en/of winstrechten) en heronderhandeling van eerder afgesloten contracten.
In het tweede geval kan het bijvoorbeeld gaan om het afdwingen van politieke concessies onder dreiging met leveringsbeperkingen of prijsverhogingen.
Zie ook: oliecrisis, grondstoffennationalisme.
Tip anderen
|