De grote matiging, aanduiding voor de periode die omstreeks 1985/1990 begon en waarin er sprake was van een stabiele, lage inflatie, nadat die in de jaren daarvoor heftige fluctuaties liet zien. Dit was en is voor een belangrijk deel te danken aan het beleid van (onafhankelijk van de politiek) opererende centrale banken, dat primair gericht is op prijsstabiliteit.
Het begrip is voor het eerst gebruikt door Harvard econoom James Stock. Sommigen meenden dat deze situatie nog vele jaren zou aanhouden; sinds de economische crisis van 2007-2009 worden bij de houdbaarheid van het concept vraagtekens geplaatst.
Voorbeeld
'‘Er zullen nog meer schokken volgen. We zijn niet op weg naar een nieuwe Great Moderation (de term voor de relatief stabiele economische ontwikkeling in de Westerse wereld tussen 1987 en 2007, red.), we liggen op koers voor een periode van overlappende crisissituaties van pandemieën, natuurrampen en geopolitieke confrontaties."
Bron: FD, interview met econoom Isabella Weber - 05-12-2023.
Zie ook: inflatie, inflation targeting, mechanism designtheory. Vergelijk: The Great Crash, The Great Depression, The Great Inflation, The Great Implosion, The Great Stagnation, Second Great Stagnation, Outrageous Predictions, polycrisis.
Tip anderen
|