Afgekort: ELF.
Soms ook wel 'lender of last resort (LOLR) financing' genoemd. In het Nederlands ook wel noodleningen of noodkredieten genoemd.
Leningen of garanties (borgstelling) van de centrale bank aan financiële instellingen die in liquiditeitsmoeilijkheden zijn gekomen als gevolg van twijfels bij het publiek (de klanten) over de solvabiliteit van deze instellingen of in het geval deze instellingen te maken hebben met systeemrisico.
Het verstrekken van ELF gebeurt doorgaans op verzoek van de financiële instelling die te maken heeft met een grote aantallen klanten die hun tegoeden opnemen. Banken houden doorgaans slechts een fractie van de direct opeisbare tegoeden aan in de vorm van liquide middelen. De lange termijn activa kunnen bij een 'run' op die tegoeden niet snel genoeg worden omgezet in liquide middelen, die vervolgens gebruikt kunnen worden om de schulden op korte termijn - zoals rekening courant tegoeden van klanten - af te lossen. De liquide middelen nemen dan snel af en andere banken zullen dan doorgaans niet staan te popelen om geld uit te lenen; de centrale bank zal dan te hulp moeten schieten met een noodlening.
Een voorbeeld van ELF is de noodlening van de Bank of England aan de grootste hypotheekbank in het Verenigd Koninkrijk, Northern Rock op 14 september 2007; Northern Rock had zijn hypotheekleningen kortlopend gefinancierd, en kwam door het opdrogen van kortlopend commercieel krediet als gevolg van de hypotheekcrisis in de VS (en de hierdoor onstane onrust op financiële markten) in liquiditeitsproblemen.
Zie ook: Discount Window (Federal Reserve System), Emergency Liquidity Assistance, lender of last resort, funding, noodlening, noodkrediet, noodfonds.
Tip anderen
|