Een Japans begrip dat letterlijk 'kliek' betekent.
Bedoeld worden grote, door families gecontroleerde financiële en industriële conglomeraten, zoals ze vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw, tot het einde van WO II, bestonden: grote economische groepen, gebaseerd op het principe van de holding. Het ging meestal om een samenvoeging van een gehele bedrijfskolom.
Voorbeelden hiervan waren onder meer Nissan, Nomura en Okura. De Amerikaanse bezettingsmacht in Japan heeft de macht van de zaibatsu's proberen te beteugelen, onder andere door de ontbinding van dergelijke conglomeraten. Er ontstonden vervolgens vooral horizontaal georganiseerde keiretsu.
Zie ook: conglomeraat, concern, familiebedrijf, familiale aandeelhouders, keiretsu, chaebol. Vergelijk: keiretsu, chaebol.
Tip anderen
|